vrijdag 1 april 2011

een kipspiesje

Het gaat alweer over vlees...

Maar ik vind, als je het dan toch eet moet je het ook met 2 handen aan durven pakken.
Ik eet het, even voor de goede orde, lang niet iedere dag..
Maar als ik het eet, dan doe ik dat bewust en met volle overtuiging.
Het beest moet het liefst goed hebben gehad, lekker gegeten en met respect worden opgegeten.

Overtuigd carnivoor dus.

Maar ik ging het over kipspiesjes of kipsatée hebben , zo je wilt.
Afgelopen week serveerde ik die op een evenement van Johny Walker in studio 150.
Hoe kwamen ze toch zo zacht, bijna sappig? Vol van smaak...
Het geheim is kippendijenfilet.
Het snijdt net iets minder makkelijk in blokjes, je moet er even wat vette randjes afsnijden en hier en daar een verdwaald peesje of adertje. Maar met een scherp mes is dat zo gepiept.
En een beetje flodderige stukjes rijg je met wat ervaring net zo mooi aan een bamboeprikkertje als een blokje.

Voor het rijgen leg ik de stukjes kip een uurtje of wat in een marinade van fijngeraspte sinaasappelschil, sinaasappelsap, citoensap, komijn en lekkere olijfolie. Rijg de stukjes dan voorzichtig aan prikkers die tijdens het marineren zich hebben volgezogen met water om verbranden in de oven te voorkomen.

Zet de oven op 200 à 220 graden (goed heet), leg de spiesjes in een ingevette ovenschaal of op een bakplaat met bakpapier en bak ze in ongeveer 15 tot 20 minuten gaar & bruin.
Boterzacht, sappig & zeer smakelijk. Ik serveer ze met een dip van Turkse yoghurt, wat olijfolie en fijngesneden platte peterselie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten