Op excursie naar mijn roots. Het uit de kluiten gewassen dorp dat ooit 'mijn' stad was. Vertrekkende uit dit dorp moet er later op de avond ook nog gegeten worden. En wat kunnen ze hier nu beter dan vis roken. Maar een pondje paling doet tegenwoordig hetzelfde als een bosje equadoriaanse rozen (speciaal ingevlogen).
Maar naast de paling in de koelvitrine ligt zijn dikkere, veel makkelijker te fileren en minstens even smakelijke nichtje: de makreel.
2 Stuks ontgraat (lukt nooit helemaal dus pas op voor de graatjes). Met een beetje mayonaise de dijon en veel verse peper op geroosterd frans boerenbrood. Glaasje wijn erbij, prettig.
Datzelfde visje rauw, goed schoonspoelen onder de koude kraan. Plakjes van een halve limoen in haar buik en een laurierblad. Zeezout en veel versgemalen peper. En dan 10 minuten in een hete oven of op de grill tot gaar. Heel erg lekker.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten